Toelichting op project
Mijn naam is Juliette Calis. Ik ben in 1990 afgestudeerd aan de kunstacademie in Den Bosch in de richting schilderen, tekenen en grafiek gevolgd door een opleiding pedagogie en didaktiek op de kunstacademie in Arnhem. Daarnaast volgde ik diverse cursussen in digitale, grafische beeldbewerking.
Ik geef al 22 jaar met veel plezier teken- en schilderlessen aan jong en oud. De afgelopen 12 jaar ben ik werkzaam als docente beeldend bij Cultura huis in Ede. In Bennekom heb ik een atelierruimte aan huis, waarin ik mijn ideeën en (les)opdrachten uitwerk.
Bij Cultura geef ik onder meer de cursus model- en portrettekenen, de basiscursus tekenen en schilderen, de Kinderkunstclub en de cursus ontwerpen en illustreren. Ik kom regelmatig via Cultura als gastdocent op scholen en werk bij vaak mee aan multidisciplinaire cross-over projecten in samenwerking met onder meer de afdelingen theater en dans, muziek en de bibliotheek.
Ik vind het fijn om cursisten te begeleiden in hun creatieve proces en hen te helpen vaardigheden te ontwikkelen. We bespreken elkaars werk, kijken samen naar kunst en inspireren elkaar. Ik geniet van hun plezier en verrassing als, soms na veel experimenteren en oefenen, er ineens iets moois op doek of papier staat.
In mijn eigen beeldend werk ben ik een dromer. Al fietsend en starend zie ik wonderlijke vertes opdoemen voor mijn geestesoog. Daarbij ben ik verzot op sprookjes, verhalen uit de mythologie en fabels. Het liefst teken ik dierfiguren met menselijke trekken en archetypes uit sprookjes zoals ijdele, tirannieke koningen, peinzende mythologische wezens als faunen en weemoedig spelende muzikanten in romantische, maanverlichte landschappen.
Het is mijn ideaal om mijn lespraktijk te verbinden met mijn eigen beeldend werk en vice versa. Om die reden heb ik een schrijf en teken schilder project ontwikkeld, getiteld: De prenten bij de verwaaide verhalen vanachter de Gindse Heuvels.
Dit project bestaat uit een immer aangroeiende en wisselende serie ingelijste prenten in de vorm van een rondreizende tentoonstelling. De prenten heb ik gemaakt met behulp van gemengde technieken en materialen: collage, krijt, gouache verf, aquarelpotlood, pen en Oost-Indische inkt en fotografie. Vervolgens heb ik ze gedigitaliseerd in het grafische programma Photoshop zodat ik ze gemakkelijk in allerlei formaten kan reproduceren.
Ze vormen samen een sprookjes-of fabelboek waarvan de verhalen echter ontbreken. Via een begeleidend verhaal (te lezen of te beluisteren via een Mp-4 speler) nodig ik de toeschouwer via lesopdrachten uit om me te helpen de verhalen terug te schrijven en om er vervolgillustraties bij te maken. Deze illustraties maak ik via scanner en computer reproduceerbaar en deze verwerk ik met de verhalen tot steeds andere verhalenboeken. Het project is geschikt voor zowel de jeugd als volwassenen. Ik heb het onder andere in een serie woensdagmiddagen uitgevoerd bij het praktijkonderwijs ‘t Streek Zandlaan in Ede en de door de leerlingen gemaakte illustraties en geschreven verhalen gebundeld in een boek getiteld: Streekse Sprookjes. De tentoonstellling met begeleidende workshop: Verhalen schrijven en illustraties maken kan tegen een uurtarief gereserveerd worden. Doelgroepen zijn bijvoorbeeld bedrijven en organisaties, scholen, centra voor de kunsten, bibliotheken, buurthuizen en kerken. Men kan ook denken aan plaatsen waar mensen mogelijk afleiding zoeken zoals bijvoorbeeld in wachtkamers of afdelingen in ziekenhuizen, asielzoekerscentra, bejaardenhuizen, zorgcentra, dagopvang en revalidatiecentra. Deelnemers gaan in de workshop bij een prent naar keuze een verhaal schrijven. Op bestelling verzamel ik de verhalen en verzorg ik in overleg de lay out van een geïllustreerde verhalenbundel van met de naam van de organisatie er op afgedrukt. Deze boeken zijn in iedere gewenste oplage te bestellen. Deelnemers kunnen ook hun prent met zelfgeschreven verhaal via mij bestellen als wandversiering afgedrukt op canvas, kalenderfoto, op aluminium of als art print in diverse formaten. Voor meer informatie mail naar: juliettecalis@gmail.com of jcalis@cultura-ede.nl . Tel 06 26088327 en 0318 412341
Het verhaal van het meisje met de rode schoentjes
Lange versie
Het begon allemaal vorig jaar in de herfst. Het was op zo’n dag dat de wolken voorbij joegen en de zon een gouden oktoberlicht verspreidde. Er stond een krachtige wind. Het ene moment kleurde de lucht donkergrijs en plensde de regen naar beneden. Het volgende moment scheen de zon weer.
Ik gaapte wat en stond wat doelloos door het raam naar buiten te staren. Plotseling hoorde ik een soort geroffel. Wat was dat ineens? Het geluid kwam van buiten. Het leek wel alsof er een paard aan kwam galopperen. In de verte zag ik een meisje aan komen dansen. Echt waar, ze danste zomaar midden op de drukke weg. Met cirkelende bewegingen wist ze behendig het naar haar toeterende verkeer te ontwijken. In haar rechterhand zwaaide ze met een koffer. Voor ons huis aangekomen, danste ze het paadje naar de voordeur op, drukte op de bel, en danste terug naar de straat. Ze maakte een flikflak, roffelde even ritmisch met haar hakken op het plaveisel en danste weer elegant terug naar de voordeur. Ze drukte een aantal keren kort en dringend op de bel. Ik rende naar beneden en deed open. Pak me vast, riep ze al hijgend en tap dansend. Ik kom je iets brengen. Snel, haast je!
Ik pakte haar uitgestrekte hand beet. Ze danste gewoon door. Met al mijn kracht kon ik haar ervan weerhouden weer weg te dansen. Blijf nu eens even stilstaan, riep ik Wie ben je. Wat kom je doen? Dat kan ik niet. Ik moet dansen. Ze was helemaal buiten adem. Ik dans en dans en dans. Ik kan nooit meer stoppen. Ik ben het meisje met de Rode Schoentjes en ik kom met de wind, de regen en de zon.
Ik pakte haar uitgestrekte hand beet. Ze danste gewoon door. Met al mijn kracht kon ik haar ervan weerhouden weer weg te dansen. Blijf nu eens even stilstaan, riep ik Wie ben je. Wat kom je doen? Dat kan ik niet. Ik moet dansen. Ze was helemaal buiten adem. Ik dans en dans en dans. Ik kan nooit meer stoppen. Ik ben het meisje met de Rode Schoentjes en ik kom met de wind, de regen en de zon.
Het was een jong meisje van een jaar of zeventien. Haar donkerbruine haar danste in een half losgeraakte warrige vlecht op haar rug. Haar ogen schitterden en ze had vurige blossen op haar wangen. Ze droeg een ouderwetse, hoog gesloten jurk waaroverheen een muisgrijs geruite schort lag. Ik zag nu waar het klakkende geluid vandaan kwam. Aan haar voeten zaten glanzend rode schoentjes met brede hoge hakken. Hier is de koffer. Pak aan, ik moet mee. De wind draait. Dáááaaaag! En ze liet de koffer pardoes voor mijn voeten vallen. De wind rukte haar met enorme kracht van me los. Daar ging ze. Ik rende achter haar aan. Ze roffelende met haar hakken op de straat. En toen, toen danste ze zomaar de lucht in. Ze wierp me een kushand toe en danste in de richting van de regenboog. Met open mond keek ik haar na tot haar verschijning plotseling verbleekte en verdween. Het stortregende inmiddels. Ineens bedacht ik me dat de koffer nu op de stoep bij de voordeur in de regen lag.
De koffer
Het was een grote, erg versleten koffer van marokijn leer met verstevigde hoeken en koperen sluitwerk. Op de zijkant zat een verweerd etiket geplakt waarop met Gotische krulletters was geschreven. Met veel moeite kon ik mijn eigen naam en adres ontcijferen. Nergens zag ik de naam van de afzender staan. Aan het handvat bungelde een koperen sleutel aan een touwtje. Hoe had het meisje er in hemelsnaam zo luchtig mee in het rond kunnen zwaaien? Het leek wel of de koffer gevuld was met stenen.
Het was een grote, erg versleten koffer van marokijn leer met verstevigde hoeken en koperen sluitwerk. Op de zijkant zat een verweerd etiket geplakt waarop met Gotische krulletters was geschreven. Met veel moeite kon ik mijn eigen naam en adres ontcijferen. Nergens zag ik de naam van de afzender staan. Aan het handvat bungelde een koperen sleutel aan een touwtje. Hoe had het meisje er in hemelsnaam zo luchtig mee in het rond kunnen zwaaien? Het leek wel of de koffer gevuld was met stenen.
Ik sleepte de koffer naar de kamer en maakte het slot open. Wat een verrassing! Dicht opeengepakt in groen vloeipapier lagen tubes verf en blikken met krijt, penselen, potloden, en tekenpennen. De verf zat in een soort loden tubes en de dopjes waren uit hout gesneden. Het krijt zat in zware vertinde blikken. Er zaten vergeelde etiketten op het materiaal geplakt waarop iemand met zwarte inkt de namen van de kleuren geschreven had. Alles leek ambachtelijk vervaardigd. Er was geen logo of merknaam te bekennen. Onder de blikken en tubes bevond zich een dik pak met vellen papier. Handgeschept, leek het wel.Hoe ik ook de koffer van binnen en buiten doorzocht, er was geen spoor van een begeleidende brief of een afzender te vinden. Niets. In een zij vakje van de koffer trof ik echter wel een verrekijker in een stijf leren koker aan.
De verrekijker
Nieuwsgierig haalde ik de verrekijker uit zijn koker en richtte hem op de tuin van de overburen. Wat eigenaardig, in plaats van het vertrouwde groene hek, het bakstenen schuurtje en de twee coniferen, zag ik een voor mij onbekend landschap met bomen vol rood fruit en blauwige bergen in de verte. Zag ik dat nu goed? Zat daar werkelijk een aap verscholen tussen het gebladerte?
De aap
Het was een waardig uitziende aap, gekleed in een zwart herenkostuum. Hij zat op een brede boomtak en op zijn schoot hield hij een opengeslagen boek. Zijn lippen bewogen al prevelend op en neer alsof hij zeer ingespannen zat te lezen. Plotsklaps hief hij zijn hoofd op en keek me met gefronste wenkbrauwen streng aan. Hij wees met zijn vinger naar een bladzijde uit het boek. Vervolgens pakte hij op zijn beurt een verrekijker die aan een tak naast hem hing en richtte deze op mij. Na enige tijd liet hij de verrekijker zakken. Hij stak zijn hand naar me op en wenkte me plechtig.
Met de verrekijker om mijn nek liep ik naar buiten en stak de straat over. Geen aap te bekennen. Ik zag alleen de tuin van de buren. Wederom keek ik door de verrekijker. Ja, daar was de aap weer en het wonderlijk groenblauwe berglandschap. Als ik de verrekijker liet zakken, was alles weer gewoon. Zo liep ik afwisselend, wel en niet door de kijker kijkend, in richting van ons dorp. De passerende voorbijgangers keken me bevreemd aan. Ik begon te rennen. Ik rende langs de supermarkt, ik rende langs de school, de benzinepomp, de bakker, de groenteman, het postkantoor tot ik buiten adem stil bleef staan op het dorpsplein voor de kerk.
Wat zoek je? vroeg een voorbijganger. Is je papegaai soms weggevlogen? Kijk dan! Daar zit een aap! riep ik. De man keek door de verrekijker. Hij haalde zijn schouders op en gaf de verrekijker weer aan me terug. Meer omstanders kwamen om me heen staan om door de verrekijker te kijken. Eigenaardig. Een bejaarde dame zag het vreemde berglandschap met de aap in de boom wel, de besnorde heer naast haar zag niets. En zo verging het meer omstanders. De aap hing inmiddels zeer statig op zijn kop. Met zijn lange tenen omklemde hij de tak. Zo onverwacht als de aap en het vreemde landschap er geweest waren, zo plotseling was het tafereel verdwenen.
iemand die nog iets anders door de kijker zag dan de gewone Bennekomse verte dichtbij. Het groepje omstanders en ik keken elkaar verbijsterd aan. We bekeken de verrekijker van onder tot boven. Zouden we het gedroomd hebben? Het ging steeds harder regenen en uiteindelijk ging ieder maar zijn weegs.
Kletsnat geregend sjokte ik terug naar huis. De rest van de dag liet de aap zich niet meer door de verrekijker zien. Ik kon het me echt niet verbeeld hebben. Ik had immers als tastbaar bewijs de koffer. Ik legde de verrekijker naast mijn bed en viel in een diepe slaap.
De volgende morgen was het eerste dat ik deed door de verrekijker kijken. Ik richtte hem naar buiten. Gelukkig, de aap zat er weer. Weer zat hij ingespannen prevelend in zijn boek te lezen. Blijkbaar voelde hij dat ik naar hem keek. Hij keek op van zijn boek, pakte zijn verrekijker en keek in mijn richting. Hij stak in een groet zijn hand naar me op en wees toen met zijn wijsvinger naar een bladzijde in zijn boek. Met twee handen hield hij daarop het boek voor me in de lucht omhoog. Vaag kon ik een afbeelding onderscheiden. Ik probeerde op de afbeelding in te zoomen met de verrekijker, maar dat lukte niet. Opeens zag ik dat er zich aan de zijkant van de kijker een minuscuul tandwieltje bevond dat me gisteren niet was opgevallen. Ik draaide eraan en het volgende moment was de aap verdwenen. Ik zag nu een compleet ander tafereel door de kijker. Ik keek in een zaal waarin een leeuw vredig kijkend op een cello zat te spelen. Aan zijn voeten scharrelden kippen. Door het open venster zag ik in de verte een schip voorbij varen.
De wereld achter de gindse heuvels
Op deze wijze heeft de aap me al de meest wonderlijke taferelen door de verrekijker laten zien. Landschappen met dieren en figuren die me vaag bekend voorkomen. Deze figuren voeren met elkaar raadselachtige scenes op. Ze bewegen zich zeer elegant alsof ze een ballet opvoeren. Ze buigen zich hoofs naar elkaar toe, bespelen een instrument of ze kussen elkaar de hand. Ze balanceren over boomtoppen of mijmeren wat op de door de namiddagzon warm gestoofde stenen trappen. In de glooiende heuvels en bergen en onder de hoge wolkenluchten liggen torenstadjes met trappen, balkons en pleinen in geblokte patronen. En daarachter ligt de zee. Ieder tafereel biedt weer een inkijk op een andere onbekende verte.
Soms danst het meisje met de Rode Schoentjes voorbij en zwaait dan naar me. Eva staart peinzend in een bos meer. Een vos-achtig wezen rent achter een haas aan. Faunen luieren in het struikgewas. Figuren uit de Commedia dell’arte spelen mee en kruisen sierlijk hun degens in een schijngevecht met elkaar. Tussen het gebladerte met vogels en bloemen beweegt een luiaard zich traag voort in zijn eigen droomwereld. In de verte hoor ik muziek.
Het oude vrouwtje
Regelmatig zie ik in plaats van de aap een oud vrouwtje door de verrekijker. Ze klopt vinnig grote vellen papier uit met een mattenklopper. Flarden tekst, losse letters en muzieknoten vliegen daarbij in de rondte. Ze zweven door de lucht als distelpluizen.
Taferelen uit het land van achter de gindse heuvels
Ik heb over dit alles lang en diep nagedacht. Inmiddels denk ik dat de aap me iets wil vertellen. Er moet een verband zijn tussen de verrekijker en die koffer met schildersspullen die bij me gebracht is. Ik ben begonnen met het schilderen van de wonderlijke taferelen die ik door mijn verrekijker zie. Ik gebruik hiervoor de spullen uit de koffer. Als zeepbellen verschijnen er altijd weer nieuwe taferelen. Ik heb ze voor mezelf Taferelen uit het land van achter de gindse heuvels genoemd.
En weet je wat ook zo eigenaardig is? Het materiaal uit de koffer; de verf, het krijt, het papier, het raakt nooit op! En het is zo heerlijk om er mee te tekenen en te schilderen. De kleuren zijn zo prachtig. Ik heb nu al heel veel prenten gemaakt. Het lijkt op een eindeloze kralenketting, waaraan ik maar blijf door rijgen.
Maar er is één ding dat aan me knaagt. Ik maak me zorgen over de verhalen die bij de prenten horen. Ik denk eerlijk gezegd dat dat oude vrouwtje een belangrijke taak heeft. Volgens mij staan er op die vellen papier die ze alsmaar zo nijver staat uit te kloppen, niets anders dan de verhalen en de muziek die bij de prenten horen. Zou dit misschien haar manier zijn om de teksten en de muziek vanuit haar verte naar onze wereld toe te sturen? Verwaait en in losse woorden en zins flarden zweven ze als distelpluizen door de lucht naar ons toe. Ik wil ze zo graag uit de lucht plukken, maar in mijn eentje red ik dat niet.
Daarom ben ik de wijde wereld ingetrokken. Met mijn koffer vol verf en tekenspullen en een map vol prenten, zwerf ik van stad naar dorp. Ik laat de mensen de prenten zien en ik vraag of ze me willen helpen de verhalen voor me te vangen zodat ze niet tot in de eeuwigheid uiteengevallen en verweesd blijven rondzweven. We plukken de woorden en zinnen met onze verbeelding uit de lucht en leggen ze in de goede volgorde tot ze weer echte sprookjes zijn geworden. Dan schrijven we alles op. Zo maken we samen een prachtig sprookjesboek.
Verhalen vangen
Wil jij mij ook helpen een verhaal te vangen? Ik zal je vertellen hoe dat in zijn werk gaat. Om te beginnen mag je één van de prenten uitkiezen. Ga er maar eens een poosje rustig naar zitten kijken. Stel je zelf dan een aantal vragen zoals: wat zie je op de prent. Wie zijn die figuren? Hoe zien ze er uit? Waar bevinden ze zich. Wat zijn ze aan het doen en waarom doen ze dat volgens jou. Geef de prent een titel. Als je jezelf die vragen stelt en de antwoorden op schrijft, heb je al een heel verhaal binnengehaald. Veel plezier!